Voor het eerste jaar is een gemiddeld geschat verbruik genomen, dit gemiddelde wijkt wellicht af van je werkelijke verbruik.
In de warme maanden verbruik je weinig tot geen warmte, in de koude maanden verbruik je meer. Aan het einde van het jaar worden de betaalde voorschotten met de werkelijke verbruiken verrekend. Het werkelijke verbruik vormt de basis voor het nieuwe voorschot in het volgende jaar.
De voorschotten zijn gebaseerd op verbruiken van voorgaand jaar. Omdat het klimaat (de combinatie van temperatuur, windinslag, neerslag en vochtgehalte) niet jaarlijks gelijk is, verbruik je het ene jaar meer energie dan het andere jaar. Hierdoor betaal je het ene jaar bij en krijg je het andere jaar terug bij de periodieke afrekening.